BD.0612 Strijd tegen het christendom - Voorleggen van de vraag aan God zelf - Verantwoordelijkheid voor de ziel De Heer heeft besloten om de grootst mogelijke vergelding uit te oefenen, wanneer Zijn wil niet meer gerespecteerd wordt en Zijn naam bespot wordt. Want onder de mensen is elke eerbied voor de eeuwige Godheid verdwenen en alleen aardse macht, rijkdom en aanzien regeren nog. Men doet de ware belijders van Zijn naam geweld aan en men gelooft ontheven te zijn van iedere rechtvaardiging tegenover Hem. Bepaalde kringen proberen zelfs de grondvesten van het christendom aan het wankelen te brengen door de Grondlegger ervan te loochenen en Zijn bestaan over de gehele linie in vraag te stellen. Ze hebben momenteel talloze aanhangers, voor wie deze voorstelling van zaken aangenaam en comfortabel is, en die daarom niet aarzelen zich deze opvatting eigen te maken en tevens alles afwijzen wat verband houdt met Jezus Christus als Verlosser van de mensheid. Deze mensen geven zich zelf een brevet van onvermogen. Ze leggen aan zichzelf geen rekenschap af, want hun innerlijke stem zou hen reeds juist leiden. Daarentegen laten ze zich iets ontnemen, wat ieder eerst aan zijn eigen beoordeling zou moeten onderwerpen. Pas wanneer de mens aan de wil om de waarheid te doorgronden ook een ernstig streven verbindt, kan hij zichzelf duidelijkheid verschaffen over wat Gods leer is en wat menselijke leer is. Wie deze grote vraag in het mensenhart laat klinken, wie zich ernstig inspant de Godheid te erkennen, zoals Ze zich aan het mensenkind laat zien, zal niet lang zonder antwoord gelaten worden, want de hemelse Vader laat zulke zoekende zielen spoedig hulp toekomen. Hij laat hen ook de weg vinden, waar hen duidelijkheid gegeven wordt over deze en gelijksoortige vragen. Wie ernstig verlangt opheldering te krijgen over het wezen van Christus, zal spoedig een duidelijk en begrijpelijk beeld van de Heiland ontvangen, zodat zijn twijfels zullen verdwijnen en hij zich vol overtuiging aan de leer van Christus overgeeft. En daarom zouden de mensen deze vraag alleen aan de hemelse Vader zelf moeten voorleggen, dan zouden ze het gevaar niet lopen zich volledig af te wenden van de Verlosser van de mensheid. Alles ademt Gods goedheid en liefde. Als de mens in dwaling en onwetendheid vraagt, wordt hij liefdevol op de weg van de waarheid geleid. Maar het afwijzen op basis van eigen verstandelijke wijsheid, zal tot steeds grotere dwaling leiden. Maar wat de mens voor zichzelf gelooft te weten, blijft aan hem overgelaten. Doch degene die ook de medemensen vol overtuiging zijn eigen mening wil aanpraten, is een grote zondaar tegenover God en de mensen. Wanneer hij zich op de verkeerde weg bevindt, is het lot van zijn eigen ziel onzegbaar droevig. Maar het is onverantwoord om schuldig te zijn aan het lot van de medemensen, en aan hen zal reeds op aarde het gericht van God gezonden worden, opdat ze zien dat de Heer niet met Zijn naam laat spotten en niet duldt dat het zielenheil van talloze medemensen in gevaar wordt gebracht. Want wanneer jullie aardse goederen van de mens afpakken, keurt God dit niet goed. Maar hoe willen jullie je verantwoorden, als jullie het eeuwige rijk van de medemensen afnemen? Wie zwak is, luistert naar zijn medemensen en neemt klakkeloos aan, wat hem echter de grootste schade voor zijn ziel oplevert. Hoed jullie er daarom voor, deze zwakken van geest jullie mening aan te praten, als jullie niet willen dat jullie nog tijdens het aardse leven op de meest gevoelige wijze gestraft worden. Want de Heer heeft de macht over alles in de hemel en op aarde. Hij zal Zijn woord ook weten te beschermen en dit woord zal niet vergaan tot in alle eeuwigheid. En het zal getuigenis afleggen van Jezus Christus als Gods Zoon en Verlosser van de mensheid. Amen |