Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.0466
14 juni 1938

Verlossingswerk - Geloof hierin noodzakelijk

Wat je gegeven wordt, is volgens de wil van de Heer. En dus ontvang je vandaag een kennisgeving die het grote probleem, dat voor jullie mensen zo moeilijk te vatten is, op begrijpelijke wijze aanstipt. Het grootste deel van de mensheid dwaalt aanzienlijk, wanneer ze gelooft dat ze in het hiernamaals loon kan verwerven, terwijl ze op aarde niet het hare heeft gedaan voor het behoud van het geloof in Jezus Christus als Zoon van God.

De mens mag dan wel volgens de regelgeving leven, hij mag zijn plichten op aarde steeds trouw nagekomen zijn, hij mag ook de naaste als broeder behandeld hebben, maar als hij Jezus Christus verloochend heeft, dan zal zijn loon werkelijk zeer gering zijn. Want aangezien hij de goddelijke Verlosser niet wil erkennen, zal hij ook nooit ofte nimmer van zijn schuld verlost worden. Want alleen het geloof is in staat hem vrij te maken. En in Christus zullen alle draden van het leven voor altijd en eeuwig samenkomen.

En waar dit geloof zich afwendt van de verlossingsgedachte, waar de goddelijkheid van de Heiland betwijfeld en bestreden wordt, daar wendt ook de Godheid zelf zich af. Het volgens de regels denken van een mens zal weliswaar zonder twijfel aanvaard worden, maar vooraleer het hart van die mens Christus belijdt, zal de wedergeboorte van de geest niet kunnen plaatsvinden en zonder deze wedergeboorte zal de weg naar de eeuwige gelukzaligheid ook nooit geëffend worden.

Daarom zal degene die in het geloof aan Christus is opgevoed, maar er niet voor uit wil en kan komen, in het hiernamaals een lange weg moeten gaan. En zijn zoektocht naar de waarheid zal moeizaam zijn en zeer lang duren. Geen enkele nog zo strenge behartiging van de geboden van God zal teweegbrengen, wat de heldere erkenning van de goddelijkheid van Jezus in korte tijd tot stand kan brengen.

Als men er steeds maar aan wilde denken, dat de Heer op aarde wandelde omwille van de zondeschuld van de mensheid. Hoe gemakkelijk is het dan te begrijpen dat juist deze zondeschuld van de mens niet afgelost kan worden, zolang hij dit verlossingswerk niet wil aanvaarden, maar het veel eerder als een menselijke daad van opoffering ziet, die echter elke goddelijkheid ontbeert. Dan zal die mens ook nooit zelf de genaden en zegeningen van het verlossingswerk kunnen bespeuren.

Hij zal pas dan de tekenen van goddelijkheid herkennen, wanneer hij bij twijfel de hemelse Vader vraagt om opheldering, die hem graag en bereidwillig gegeven wordt. En nu wordt hij heel duidelijk gewezen op het waarachtige werk van de Zoon van God op aarde.

In Zijn onbeschrijflijke goedheid probeert de Heer iedereen te benaderen. Hij wil iedereen het volle begrip geven en Hij zal ook steeds te hulp komen waar de mens alleen zwak wordt, maar de wil moet goed zijn. Hij mag niet afwijzen wat voor hem onbegrijpelijk is, maar hij moet om opheldering vragen en die wordt hem dan bereidwillig gegeven.

Maar zonder het geloof in Jezus Christus is een binnengaan in het rijk van de Vader niet mogelijk. De poort ervan is immers pas door het verlossingswerk geopend. Hoe zal degene die aan de Godheid van de Verlosser twijfelt, door deze poort kunnen gaan? Het is de mensen voldoende bekendgemaakt wat de bedoeling was van het neerdalen van de Heiland op aarde. Het is totaal ondenkbaar om dit niet te willen erkennen, maar dan toch Zijn zegen te verwachten.

En jullie mensen hebben geen andere mogelijkheid dan door het geloof het hemelrijk te verwerven. Zonder geloof staan jullie hier echter zo ver vanaf, dat al jullie overige strijden vergeefs is. Jullie kunnen je weliswaar voor een juiste levenswandel inspannen en jullie zullen daardoor vele genaden verwerven, maar steeds zullen deze genaden jullie behulpzaam zijn om juist dit geloof in Jezus Christus te vinden en te versterken. Pas dan zal jullie levensloop op aarde met goede resultaten bekroond worden. Pas dan zullen jullie kunnen binnengaan in het eeuwige Rijk, dat voor jullie ontsloten werd door Jezus Christus, onze Heer.

Amen