BD.0460 De liefde van de Heer voor de zijnen Ik heb de mijnen buitengewoon lief. Ze moeten daarom ook de kroon op het leven verwachten en voor Mij al het leed van de tijd op aarde dragen. Ik zie in hen mijn kinderen. Ik wil hun harten geheel en al bezitten. Ik wil hen naar huis halen, bij Mij in het huis van de Vader. En dan zal hun lot heerlijk zijn. Hun zielen zullen jubelen in de heerlijkheid van God. De liefde zal hen overweldigen en hen omvormen tot geestelijke wezens die stralen van geluk en die in alle overvloed van licht staan. En zo beloon Ik degenen die op Mij bouwen, die de vervulling van hun aardse leven zoeken in mijn naam en die bereid zijn, zoals Ik, met overgave het kruis te dragen. Want het lijden dat aan hen is opgelegd, lost tevens de zondeschuld af en draagt ertoe bij dat ze minder wordt. En wat jullie voor de geringste van jullie broeders doen, dat hebben jullie voor Mij gedaan. Als jullie hun lijden bereidwillig op jullie schouders nemen, dan doen jullie dat ook voor Mij en voor het verlossingswerk van de gehele mensheid. De gezamenlijke schuld op aarde moet afgelost worden, wil het eeuwige Licht later voor al deze kinderen stralen. Wie reeds op aarde vrijwillig en uit liefde voor Mij aan het verlossingswerk deelneemt, die is verzekerd van de kroon van het eeuwige leven. Maar over de anderen ontfermen zich in het hiernamaals de geestelijke wezens die zich in alle liefde en zorg om de zwakke zielen bekommeren. Want alles, alles is een werk van liefde om de wereld te verlossen van alle zonden en zo alles vanuit de duisternis naar het licht te verheffen. Kijk, wie Mij reeds op aarde volgt, is een gezegende volgeling in mijn naam. Hij werkt door de kracht van mijn woorden en is tevens mijn afgezant die in mijn plaats tot de kinderen op aarde spreekt. Zijn woorden zijn de wapens in de strijd tegen het kwade en de liefde is zijn kracht. En mijn zegen is de begeleiding op de aardse weg. Wie nu zo door Mij beschermd de aardse weg bewandelt, moet steeds dichter bij Mij komen. Mijn liefde trekt hem naar Mij toe en als hij zich niet weert, is zijn tocht naar Mij heel vanzelfsprekend. Zijn hart kan hem alleen maar naar Mij voeren, want dit zijn mijn kinderen die naar de Vader verlangen. Mijn kind, jij zult binnenkort een beeld ontvangen van Degene, die in jou was en tot in alle eeuwigheid zal zijn. Wees op je hoede, dat het kostbaarste voor jou niet verloren gaat: de zuiverheid van de ziel. Want alleen deze zuiverheid maakt een schouwen in alle heerlijkheid mogelijk. De stem van het hart zal het je zeggen wanneer de tijd gekomen is, aangezien Ik je hart wil toebedelen en bekwaam wil maken lief te hebben voor alle tijden. Jezus zal je nabij zijn als lichtgestalte. Hij zal je in een droom iets heerlijks geven. Dan zal je gang over de aarde weliswaar een voortdurend verlangen blijven, maar met de liefde voor Mij in het hart blijf je gevrijwaard van al het kwade en zul je me tot je voltooiing trouw en toegenegen zijn. En het is mijn wil tot in alle eeuwigheid, dat de mijnen op aarde in Mij en voor Mij leven om later helemaal in mijn nabijheid te mogen verblijven. Want Ik heb jullie, die naar Mij verlangen, buitengewoon lief. Amen |