BD.0434 Wil - Geloof - Weten Alleen het allervolmaaktste lichtwezen zal in de diepste diepte van de goddelijke wijsheid kunnen binnendringen. Maar de mensheid valt een buitengewone genade ten deel, wanneer haar kennis wordt gegeven van dingen die voor de wereld anders verborgen blijven. En dit is toegelaten met de bedoeling dat al die mensenkinderen aan wie de wijsheid van God een blik in de oneindigheid toestaat, de weg zullen vinden naar een steeds dieper geloof. Het geloof is in zijn kracht tot alles in staat. Degenen die bereid zijn te geloven, worden geholpen opdat hun zwakke geloof zo sterk wordt als een muur. En alleen het ongelovige gemoed zal al wat God de Heer de zijnen liefdevol aanbiedt, weigeren aan te nemen. Kijk ook naar de natuur, hoe alles volgens een regelmatig verloop naar de wil van de Schepper zich ontwikkelt en weer vergaat. En hoeveel mensen gaan daar achteloos aan voorbij? Al deze wonderwerken geven hun niet ook maar een vermoeden van de goddelijke werkzaamheid. Aan hen zouden er nog veel grotere tekenen gegeven kunnen worden, ze zouden al het wonderbaarlijke eveneens zonder aantasting van hun geloof ervaren, zolang er één of andere menselijke, dat wil zeggen aardse verklaring voor gegeven kan worden. Want wat hun geloof zou dwingen, zou nutteloos zijn voor hun geestelijke ontwikkeling. Daarom kiest de Heer voor Zijn openbaringen steeds die mensenkinderen die bereid zijn ze aan te nemen, die willen geloven. En op die manier is de voorwaarde gegeven voor een vorsen naar de wijsheid van God. Ze moeten weliswaar ook de twijfels meester worden, die als sterkste vijand steeds weer het geloof willen doen wankelen, maar als de wil om te geloven sterker is, dan zal hij ook spoedig alle tegenkantingen overwinnen. En dan zullen er geen grenzen zijn voor degene die de diepten van de goddelijke wijsheid onderzoekt. Zeer weinigen zijn in staat zich helder voor te stellen in hoeverre een sterk geloof helpt bij de toe-eigening van een onvermoede kennis van dingen die verborgen zijn voor de mensen die zonder geloof leven. En daarom zal het aantal van degenen die in onwetendheid leven, steeds veel groter zijn, omdat er maar een klein deel van de mensheid tot het diepe geloof doordringt. Maar jullie hebben dat zelf in de hand. Het is steeds weer het gebed dat jullie stap voor stap omhoog voert. En als jullie niet diep kunnen geloven en toch van goede wil zijn, bid dan innig vanuit jullie hart. Als jullie nog het geloof hebben in de kracht van het gebed, dan zullen jullie geholpen worden. De hulp van de Heer en de eigen wil gaan hand in hand. En waar jullie om vragen, dat moeten jullie bereiken. De liefde van de Heer is zo groot dat ze de wensen van de kinderen op aarde maar al te graag vervult, wanneer de drijfveer van deze wensen de wil is om tot de Heer te komen. En wat jullie aan kennis wordt overgebracht, moet jullie geloof steeds dieper vormgeven en zo bereiken jullie door de genade van de Heer kennis van dingen die anders voor jullie verborgen zouden blijven, maar die door diep geloof overgedragen worden aan iedereen die zijn kennis van de goddelijke wijsheid wil uitbreiden. En wat jullie wordt geboden, is steeds alleen maar een voortvloeisel uit de goddelijke genade om voor jullie die geloven, de levensweg lichter te maken en jullie in alle eerbied en liefde voor de Heer tot lichtwezens te ontwikkelen. Amen |