BD.0424 Woorden van de Vader - Liefde - Verschijning - Deelname van degenen in het hiernamaals Zie, mijn kind, binnenkort zul je Mij in het licht zien. Het schijnsel zal je verblinden en je voor een moment het gezichtsvermogen ontnemen, maar in je hart zal het een vlam ontsteken die nooit meer zal uitdoven. Zo wil Ik mijn kinderen naderen wier hart naar Mij verlangt. Zie, het inzicht valt je alleen maar zo zwaar omdat nog niet al je verlangen zich in het beeld van je Heiland kan vinden. Voor de tijd van je aardse bestaan houdt een onbestemde vrees je nog gevangen. Je kunt het eigenlijke wezen van de liefde nog niet begrijpen. In jou is nog niet alles opgehelderd en wanneer de liefde nog niet is erkend als dat wat ze eigenlijk is, zal het hart zich ook niet kunnen bevrijden van de zwaarte van de aarde. Mijn wil laat nooit een gewelddadig ontvlammen van de liefde toe. Deze liefde moet zachtjes het hart binnendringen en zich er heel vast in verankeren. Degene die uit de goddelijke liefde schept, heeft een zeer grote macht. Verlangen en vervulling zijn één, omdat God onophoudelijk geeft waar Zijn nabijheid wordt verlangd. Mijn kind, je ogen zullen zien, wat je voor eeuwig gelukkig zal maken. Je hart, dat naar waarheid hongert, zal zich aan het geestelijke licht laven. Er zal dit hart in overvloed voedsel gegeven worden en lichaam en ziel zullen verkwikt worden. Waar zal de mens nog naar verlangen, wanneer hij eenmaal de genade van de Heiland genoten heeft? Wat jullie dan in het hart zullen voelen zal jullie boven al het aardse verheffen. En dit moment zal je de overgrote liefde van de Vader voor Zijn kinderen doen inzien. En wanneer dit voor jou begrijpelijk geworden is, dan is er geen vrees meer, niet omwille van het geloof, niet omwille van de liefde. Dan zal alles, alles alleen maar een bewijs voor je zijn van eeuwigdurende genade. Al degenen die je toegenegen zijn in het hiernamaals kijken met vreugde uit naar deze daad van genade. Ze weten dat je daardoor opgenomen bent in de kring van uitverkorenen die God dienen op aarde. Ze verlangen ernaar je voortdurend te begeleiden. En ze hopen dat je een steunende kracht bent voor hun werkzaamheid als jij je - door de liefde van de Heer gezegend - aan je taak wijdt. Zij willen er allen zorg voor dragen dat je geestelijke arbeid zich verder ontwikkelt en een succesvolle uitwerking heeft op allen die je horen. Het kostbaarste geschenk dat de Vader aan Zijn kinderen kan geven, is het hart van de Heiland te bezitten en door Zijn liefde gelukkig gemaakt te worden. Want in het bezit van deze liefde zal al het leven in het aardse dal hun uitzonderlijk lieflijk toeschijnen. Hun eigen geest zal zich ontwikkelen en altijd alleen de vereniging met de geest van de Vader nastreven, omdat alles zich verenigt in de goddelijke liefde. Als de liefde maar in je hart woont, zal het verdere werk gemakkelijk voor je worden. Bereid je hart er daarom op voor om Diegene te kunnen ontvangen die je een onzegbaar geluk wil schenken en die je in zich wil opnemen. Die je in Zijn goddelijke hart wil opnemen en je liefde wil leren. Dan zal de eeuwige zon in je opgaan en zal ze je met haar milde licht, haar warmte en heldere glans geheel vervullen. En dan pas zul je inzien dat de liefde het grootste van alle wonderen is. Wees daarom aandachtig, mijn kind, wanneer het goddelijke Wezen je nadert. En ontvang het heel deemoedig en in heilig geloof. En bied Hem bereidwillig en zonder terughoudendheid je hart aan. Dan zul je ook vervuld worden van vurige liefdeskracht en je geloof zal sterker worden. Amen |