BD.0366 Strijder voor God - Woord van God - Graanschuur Zo is de werkzaamheid van een ogenblik gunstig om een heldere opflakkering van de heilige vlam in de mensen te ontsteken. De mens leunt op alles wat voor hem in moeilijke dagen tot steun is. Een merkwaardig gevoel in zijn hart zegt hem wat juist is en na lang wikken en wegen blijft hem slechts die ene weg open waar hij niet voor terugschrikt om te gaan, wanneer het volle besef van de waarheid hem verlicht, wanneer hij de dwaalleren van de wereld als zodanig herkend heeft. Zeer weinigen zijn weliswaar bekwaam te ontvangen wat hun geboden wordt. De mensen zullen vaak met weinig weerstand succes weten te hebben, wanneer de heiligste wil van de Heer ingrijpt. Maar wat dan uit deze mensen spreekt, wat uit deze overvolle harten stroomt, is geen dood woord, maar waarachtig, levendig, diep geloof in de eeuwige Godheid. Degenen die steeds deze woorden ontvangen, zullen zonder schroom of remming dit geloof belijden. Want God de Heer heeft de woorden voor hen krachtig en ononderbroken laten klinken en op dezelfde manier zullen ze toegang vinden tot de harten van de mensen. Aan dit woord alleen al is de zegen van God te herkennen. Zonder bedenkingen is de strijder voor God bereid van dit woord gebruik te maken, want de Heer gaf en nam tegelijkertijd. De mens ontving uit Zijn hand zijn hoogste taak en deze in waarachtigheid uit te oefenen was zijn meest innerlijke drijfveer. En daarom volgt uit het inzicht ook het handelen. Want wie eenmaal de wijsheidstuin van God inkijkt, diens blik zal zich niet afwenden, maar hij verlangt er naar binnen te dringen en zijn hart is vol vurig verlangen naar deze poort toegekeerd. Er zullen jullie daarom leringen toekomen, die jullie zullen overtuigen van de leidende vaderhand, die als levend zaad in jullie zullen overgaan. Het is door God zelf in de mensenharten gezaaid, in volledige wil hierin opgenomen, en het is in liefde beschermd en verzorgd. Zo moet het woord van God gedijen. Zo moet het vrucht dragen en de oogst zal onzegbaar groot en rijk zijn. Want de Heer draagt Zijn boden op de zielen die naar het hemelbrood verlangen, te eten te geven. Jullie zullen geen gebrek lijden, maar ten volle verzadigd worden met het brood des levens. Wat aan geestelijk goed wordt uitgedeeld, zal als het ware in de graanschuur van het hart bewaard worden, opdat de voorraad onuitputtelijk is. Maar de Krachtschenker zij dank tot in alle eeuwigheid. Hij bedenkt degenen die hunkeren en Hij richt allen op die met een moedeloos hart de toekomst tegemoet zien. Waar zal de liefde van de Heiland jullie gebrek laten lijden die voor Zijn naam strijden? Maar belijdt Hem voor heel de wereld, laat het heiligste in jullie - het geloof in Jezus Christus, de Zoon van God - nooit verkommeren. Als jullie dit hebben, dan zijn jullie aan de wereld en de dood ontsnapt. Jullie zullen in eeuwigheid nooit sterven, maar het eeuwige leven hebben. Amen |