BD.0245 2 januari 1938 Boek: De jeugd van Jezus De Heer van hemel en aarde die ieders lot leidt, zij dank. En in opdracht van Hem werd je (dit) doorgegeven, opdat de liefde voor de Heiland je zal vervullen, opdat je gebed verhoord wordt. Je hart moet zich in liefde voor de Heiland verbinden met al het geestelijke. Het zal alles in jou tot leven wekken waarvoor je tot dusver nog niet ontvankelijk was. En nu pas zul je de diepe liefde van de Heer en Heiland erkennen en je zult je nog deemoediger voor Zijn wil buigen. Door je overgave kon de Heer intrek nemen in je hart, maar om het zo voor Hem gereed te maken dat het voor Zijn goddelijkheid waardig is, moet je eerst in heilige liefde voor Hem ontvlammen. Mijn kind, elk woord dat Hij je zendt, maakt Zijn grote liefde bekend. Maar Hij wil ook jouw liefde bezitten en legt ze nu diep in je hart. Want je zult de woorden aannemen die God jullie tot zegen heeft gegeven. En ze zullen een helder licht in jou ontsteken. De vlam van de liefde zal ontstoken worden en opvlammen tot een helder schijnsel. En spoedig zal het vuur van de liefde tot de Heiland je hele hart doorstromen en je zeer gelukkig maken. Want met deze heilige liefde in het hart zul je in gelukzaligheid wandelen en dan pas zal de liefde tot Hem al je handelen leiden en je zult op aarde duizendvoudig gezegend zijn. De Heer zal je alle gaven verschaffen opdat je op aarde uitvoert wat de Heer bepaald heeft, als de liefde tot de Heiland je daartoe aanspoort. Verdiep je dus in het boek dat de Heer uit liefde gaf om weer liefde op te wekken en zie dan in elke gebeurtenis een beschikking van God. En als jullie je bereidwillig aan Zijn leiding toevertrouwen, zullen jullie steeds alleen maar zegen oogsten. Loof de Heer, want Zijn goedheid duurt eeuwig! Amen |