BD.0235
23 december 1937

Vertrouwen op God - Zegen van het gebed

Binnen enkele dagen wordt je bekendgemaakt wat je hart vrede geeft en op dat moment ervaar je aan jezelf opnieuw de genade van de Vader. Zijn hart biedt jullie allen geborgenheid wanneer het leed op aarde jullie naar Hem laat vluchten. Het brengt jullie steeds dichter bij de eeuwigheid als jullie in diep gebed verzinken en innige tweespraak voeren met de Vader, die steeds bereid is hen die zwak en moedeloos zijn te troosten en op te richten die gelovig op Hem vertrouwen. Sterk jullie aan de woorden van de Heiland: "Bid, dan zal jullie gegeven worden. Klop, dan wordt jullie opengedaan".

En daarom kunnen jullie steeds met een blij hart door het leven gaan, want er waakt Iemand over jullie die jullie behoedt, als jullie je slechts vol vertrouwen onder Zijn goddelijke bescherming plaatsen. Dat is het, waaraan het de mens ontbreekt: het gelovige besef onder de bescherming van de Heer te staan. Daarom moeten jullie op aarde lijden. Want met dit geloof aan Gods voortdurende bereidwilligheid om jullie te helpen, zou het aardse leven jullie veel minder lijden en zorgen brengen. Zolang jullie uit het diepst van jullie hart bidden, zijn jullie niet verlaten. Jullie kunnen je zorgeloos toevertrouwen aan de leidende Vaderhand en hoeven niet te aarzelen.

Pas wanneer jullie een vast vertrouwen in God verworven hebben, zal jullie ook de vrede van de ziel te beurt vallen, want het ene komt niet zonder het andere. De Heer heeft jullie toch zo vaak het bewijs van Zijn liefde en goedheid gegeven. Hoe kunnen jullie daar steeds weer aan twijfelen? Want dat doen jullie wanneer jullie je door de dagelijkse zorgen laten bedrukken. Hef slechts gelovig je handen op naar de Heer en jullie zorgen worden je op elk moment ontnomen. Als jullie dan aan het einde van jullie leven terugblikken, zal jullie leed zijn dat jullie je te weinig aan de Heer hebben toevertrouwd.

Jullie kunnen veel meer bereiken als jullie je steeds alleen verbinden met Hem wiens liefde naar jullie allen uitgaat. Onophoudelijk maant Hij jullie aan en Hij wil graag bezit van jullie ziel nemen zodat ze zich geheel naar Hem toekeert. Maar jullie mensen horen deze vermanende roep zo weinig. Anders zouden jullie niet in lijden en verdriet door het leven kunnen gaan. Jullie zullen het vrolijk en gemakkelijk dragen en ook in alle noden zal de innerlijke stem jullie troostend toespreken, en jullie zullen overwinnen als jullie steeds slechts de ogen opslaan naar de Heiland.

Lief kind, de liefde en het vertrouwen in je Heiland moet zo diep in je hart geworteld zijn, dat je met stralende ogen alles verdragen kunt wat de Vader je zendt, wat je ontwikkeling dient. Als je troost nodig hebt, vraag het Hem dan en Hij hoort je aan. Wend je hart echter niet van Hem af, waar jouw hulp alleen vandaan komt. Bescherm je door het gebed tegen sombere, van God afgekeerde gedachten. Een diepe, innige zucht naar de Vader geeft je Zijn genade. Alleen al deze verbinding met Hem verlost je uit de macht van de boze machten. Want elke misnoegde gedachte, elke liefdeloze opwelling is een inwerking van hen. Het gebed is echter steeds het sterkste wapen hiertegen. Van de zegen van het gebed kunnen jullie niet genoeg ontvangen. Om deel te hebben aan alle genade, volstaat een vurig smeken tot de Vader, die Zijn kinderen nooit verlaat.

Laat daarom geen dag voorbijgaan zonder jullie innig aan de Vader toe te vertrouwen. Dan zijn jullie beschermd tegen alle invloeden van de boze en jullie zullen alles overwinnen en werken ter ere van God.