Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.0217
7 december 1937

Inzage in de werkzaamheid van alle wezens

En het begint opnieuw te dagen onder de mensheid, want de Heiland vertoeft in jullie midden en onderwijst jullie. Als jullie de woorden van God ontvangen, dan is de Heiland jullie nabij. Hij bedenkt allen die van goede wil zijn. En zo zal jullie opnieuw versterking van de geest geboden worden en een eeuwigdurend uitgieten van Zijn liefde over zielen die gewillig zijn op te nemen. O, toon jullie deze genade waardig. Jullie bereiden jezelf een onvermoede zaligheid, als jullie je in onophoudelijke werken van liefde met de Heiland verbinden. Want niemand onder jullie zou zonder Zijn genade zalig kunnen worden. Maar door Zijn genade voert de Heer jullie zelf op de weg naar boven.

Alle onderrichtingen komen jullie toe zoals de Heer het bepaalt. Het is Zijn doel jullie aan de hand van steeds diepere openbaringen een inzage toe te staan in de werkzaamheid van de geestelijke wezens, opdat jullie leren begrijpen dat alles in het heelal zich steeds weer herhaalt, dat al het leven en sterven slechts de bevordering van de ziel tot doel heeft. En dat alle wezens dezelfde arbeid als taak hebben: steeds in liefde te zorgen en te werken voor de zwakkeren. Dat God - het hoogste Wezen van alle wezens, dat onze aanbidding het meest waard is - ons in liefdevol erbarmen naar zich toe wil trekken en dat wij onafgebroken naar voltooiing moeten streven om de oneindige Godheid te naderen.

Maar jullie mogen niet vergeten dat de Vader jullie allen roept. Jullie allen zullen in Zijn rijk binnengaan. En hoewel de Vader ieder van jullie een werkzaamheid van een andere aard toekent, is toch ieders doel hetzelfde: voor zijn ziel en die van zijn medemensen te zorgen, opdat ze geen schade lijdt, maar aan de Vader in zuiverheid en volmaaktheid aangeboden wordt. Want louter daarop zal ze eens beoordeeld worden.

Verlang daarom eerst naar het rijk Gods vooraleer jullie naar andere goederen verlangen en deze nastreven. Op aarde is alles slechts van voorbijgaande aard en als het ware als begeleiding aan het aardekind erbij gegeven. Dit kind moet zich echter gewillig van alle aardse bezit losmaken en slechts naar dat ene verlangen: zich zelf, dat wil zeggen: zijn ziel zo te ontwikkelen dat ze over alle aardse goederen heen de weg naar de hemelse Vader vindt en zo binnen kan gaan in Zijn rijk, dat voor ons gereedgemaakt werd door Jezus Christus, onze Heer.

Amen